Nieuws

Aansprakelijkheid zorginstelling bij aanrijding elektrische rolstoel?

Gepubliceerd op 19 feb. 2021

Pexels marcus aurelius 4064229
De uitdrukking ‘een ongeluk zit in een klein hoekje’ zal eenieder bekend voorkomen. De vraag die daarbij kan opspelen, is wie er aansprakelijk is wanneer een dergelijk ongeluk(je) zich voordoet op de werkvloer. In de zaak die in dit artikel wordt besproken, is een verzorgster tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden voor een zorginstelling aangereden door een bewoner met een elektrische rolstoel. De verzorgster is als gevolg van de aanrijding ten val gekomen. Voor de uit de val voortvloeiende schade heeft zij haar werkgever aansprakelijk gesteld. In een deelgeschil verzoekt de werkneemster de rechtbank Overijssel om voor recht te verklaren dat de zorginstelling aansprakelijk is voor de uit het ongeval voortvloeiende schade.[1] Aanleiding Verzoekster was al vele jaren werkzaam bij een zorginstelling waar zij patiënten verzorgde. Tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden is verzoekster toen zij een kamer verliet, aangereden door een bewoner in een elektrische rolstoel. Verzoekster is door deze aanrijding ten val gekomen en lijdt als gevolg hiervan schade. Voor deze schade heeft verzoekster de zorginstelling aansprakelijk gesteld.[2] De zorginstelling heeft aansprakelijkheid echter afgewezen. Verzoekster heeft zich vervolgens tot de rechtbank Overijssel gewend met het verzoek om – onder andere – voor recht te verklaren dat de zorginstelling aansprakelijk is voor de schade die verzoekster als gevolg van het ongeval lijdt. Juridisch kader Verzoekster acht de zorginstelling op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk voor haar schade. Art. 7:658 BW schrijft voor dat een werkgever aansprakelijk is voor de schade die een werknemer lijdt tijdens het uitoefenen van zijn werkzaamheden tenzij de werkgever kan aantonen dat hij aan de op hem rustende zorgplicht heeft voldaan of de schade te wijten is aan opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werknemer. Uit vaste rechtspraak volgt dat er hoge eisen worden gesteld aan deze zorgplicht van de werkgever. Er wordt derhalve niet snel aangenomen dat een werkgever aan deze zorgplicht heeft voldaan en zodoende niet aansprakelijk is voor de tijdens de uitvoering van de werkzaamheden opgelopen schade. De vraag die aan de rechtbank Overijssel voorlag was zodoende tweeledig: (1) werd de schade opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden en (2) heeft de zorginstelling in de gegeven omstandigheden aan de op haar rustende zorgplicht voldaan. Oordeel rechtbank De rechtbank oordeelt allereerst dat voldoende is komen vast te staan dat verzoekster tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden is gevallen. Daarbij merkt de rechtbank op dat het niet aan verzoekster is om de (exacte) toedracht van het ongeval aan te tonen. Verzoekster dient ‘slechts’ aan te tonen dat zij schade heeft geleden tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden. Daarbij acht de rechtbank het eveneens aannemelijk dat verzoekster schade heeft geleden door de val aangezien verzoekster pijn heeft ondervonden en enige tijd is uitgevallen voor haar werkzaamheden. De zorginstelling is derhalve in beginsel aansprakelijk voor de schade van verzoekster. De instelling kan zich van deze aansprakelijkheid bevrijden door aan te tonen dat zij aan de op haar rustende zorgplicht heeft voldaan, dan wel door aannemelijk te maken dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van verzoekster. De rechtbank stelt voorop dat het aan de zorginstelling is om aan te tonen dat zij al die maatregelen heeft getroffen en al die aanwijzingen heeft verstrekt die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat een werknemer tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden schade lijdt. De zorginstelling is van oordeel dat zij in de gegeven omstandigheden aan de op haar rustende zorgplicht heeft voldaan. Ter onderbouwing hiervan stelt de zorginstelling onder andere dat de afdeling waar verzoekster werkte ‘geen inherent gevaarlijke locatie’ was, zij een RI&E heeft opgesteld en er trainingen worden aangeboden aan de bewoners voor het veilig gebruik van een elektrische rolstoel. Bij deze trainingen zouden de werknemers van de zorginstelling eveneens betrokken zijn. De rechtbank overweegt dat de zorginstelling onvoldoende heeft aangetoond dat zij concrete maatregelen heeft getroffen om het onderhavige ongeval te voorkomen. De kantonrechter is daarbij van oordeel dat de zorginstelling haar bewoners alsmede haar werknemers onvoldoende heeft gewezen op het gevaar van het rijden met een elektrische rolstoel langs openstaande deuren. Daarbij acht de rechtbank het eveneens niet aangetoond dat het rijden met snelheid in een elektrische rolstoel in combinatie met de smalle gangen in de zorginstelling aan bod is gekomen bij het opstellen van de RI&E of de trainingen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de zorginstelling onvoldoende maatregelen heeft getroffen om de schade van verzoekster te voorkomen en overweegt zodoende dat de zorginstelling aansprakelijk is voor de schade van verzoekster. Dat verzoekster een ervaren werknemer was en dat zij het ongeval mogelijk had kunnen voorkomen door beter op te letten, maakt dit oordeel niet anders. Conclusie Deze uitspraak illustreert dat aan de zorgplicht van een werkgever hoge eisen worden gesteld. Om aan deze zorgplicht te voldoen, dient een werkgever aan te tonen dat hij voldoende op de situatie toegespitste maatregelen heeft getroffen om de schade zoals deze zich heeft voorgedaan te voorkomen. Deze zaak laat zien dat het treffen van algemene maatregelen onvoldoende is en dat de werkgever rekening dient te houden met enige mate van onoplettendheid aan de zijde van werknemers. Wanneer u schade oploopt tijdens de uitoefening van uw werkzaamheden, kan het dus zijn dat uw werkgever de door u geleden en te lijden letselschade dient te vergoeden. Dit hangt echter – zoals deze zaak illustreert – af van alle omstandigheden van het geval. Indien u een arbeidsongeval is overkomen, kan Holla Advocaten u hier mogelijk in bijstaan, omdat wij gespecialiseerde letselschade-advocaten in dienst hebben. U kunt hierover contact opnemen met ons, dan kunnen we samen kijken hoe we u kunnen helpen. [1] Rechtbank Overijssel 19 januari 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:56 [2] Naast haar werkgever heeft verzoekster eveneens de WAM-verzekeraar van de elektrische rolstoel aansprakelijk gesteld. De rechtbank oordeelde dat de vraag omtrent de aansprakelijkheid van de WAM-verzekeraar zich in de gegeven omstandigheden niet leent voor behandeling in deelgeschil. Derhalve zal in deze blog geen aandacht besteed worden aan de aansprakelijkheid van de WAM-verzekeraar.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief