Nieuws

Subsidies voor circulaire innovaties

Gepubliceerd op 29 jun. 2021

Onze mensen

Kameleon
Het Rijk heeft de ambitie dat Nederland in 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruikt, en dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft. Dit staat in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie en de Kennis- en Innovatieagenda Circulaire Economie (KIA CE). Het Rijk subsidieert de ontwikkeling van circulaire innovaties, maar waar moet je op letten bij subsidies? Wat zijn de (juridische) valkuilen? Subsidieronde 2021 circulaire economie First things first. Van 6 juli 2021 om 9:00 uur tot en met 14 september 2021 om 17:00 uur opent de subsidieronde voor het thema Circulaire Economie in de TSE Industrie. Daartoe is per 15 juni 2021 de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (de “Regeling”) gewijzigd. Het gaat om een kortlopende subsidie voor projecten van maximaal twee jaar, met voor ieder project een maximale subsidie van EUR 500.000 (in de pot zit totaal EUR 2,5 mio). Doelstelling van het thema ‘circulaire economie’ is de ondersteuning van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten om te komen tot meer en goedkopere circulaire producten, processen en diensten, die uiterlijk in 2030 tot een eerste markttoepassing in een van de voor de missie CE relevante waardeketens in Nederland leiden. Aan de verlening van de subsidie zitten meerdere voorwaarden. Zo komen aanvragers eerder in aanmerking voor de subsidie als een onderzoeksorganisatie als deelnemende organisatie een relevante bijdrage levert aan het totale project. In een aanvraag dient bovendien minimaal één circulaire strategie met minimaal één toepassingsgebied te worden gecombineerd uit de volgende tabel: Projecten gericht op circulaire kunststoffen en biobased grondstoffen vallen niet onder de reikwijdte van deze subsidie, maar daarvoor kan subsidie worden aangevraagd via de reguliere TSE Industrie. Voor projecten die primair pilot- en demonstratieprojecten zijn kan een aanvraag worden ingediend in het kader van de subsidiemodule Demonstratie energie- en klimaatinnovatie (DEI+), zij het dat wel enkele experimenten op pilotschaal mogen worden uitgevoerd als onderdeel van een project in het kader van het thema ‘circulaire economie’. Voor meer informatie zie deze link. Aandachtspunten en juridische valkuilen Subsidies zijn vaak een vorm van ‘rechtmatige’ staatsteun. Daarom is de verlening ervan gebonden aan strikte voorwaarden en procedurevoorschriften. In zoverre kan het systeem van subsidieverlening worden vergeleken met het aanbestedingsrecht. Een subsidieaanvraag dient dus zeer precies te worden voorbereid, en in de uitvoering dienen de regels en voorschriften aan de subsidie strikt te worden nageleefd. De consequentie van niet-naleving kan zijn gedeeltelijke of gehele intrekking achteraf van de subsidie. De Regeling bevat enkele relevante bepalingen die hier vermeldenswaard zijn. Een aanvraag kan alleen worden ingediend binnen de door de minister opengestelde periode voor indiening (artikel 1.10 Regeling). Wordt een aanvraag buiten die periode ingediend, dan wordt de aanvraag afgewezen. Daarop bestaan geen uitzonderingen. IT-problemen, ziekte en ook toezeggingen van ambtenaren zijn geen reden om van die indieningsperiode te kunnen afwijken. Ook mag een aanvrager niet wijzen naar fouten van een subsidieadviseur als het misgaat. Dit blijkt uit jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (“CBb”). In één geval werd een aanvraag op de allerlaatste dag net iets na vijven - iets meer dan één minuut te laat - door een adviseur ingediend. Er kon best sympathie uitgaan naar de aanvrager, aangezien er eerder die dag een storing bestond bij het e-loket die versturing van de aanvraag verhinderde. Maar uit de uitspraak blijkt dat de adviseur de hele aanvraag wel al klaar had kunnen zetten, om alleen nog op verzenden te hoeven klikken toen hij om kwart over drie te horen kreeg dat de storing verholpen was. Dat de adviseur dit heeft nagelaten, iets anders is gaan doen om vervolgens tegen vijven pas met de invoer van de aanvraag te beginnen, werd afgestraft door het CBb. Uit een andere uitspraak over een windpark bleek dat bij de aanvraag benodigde intentieverklaringen per abuis ontbraken. De aanvragers wisten dat deze verklaringen bij de aanvraag hoorden te worden bijgevoegd, ze hadden deze documenten ook tijdig in bezit. Zich baserend op een telefoontje met een medewerker van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) meenden de initiatiefnemers dat de aanvraag ook wel zonder die verklaringen uit kon. Niet dus volgens het CBb. Adviseurs voor subsidieaanvragen wordt door de rechter een grote verantwoordelijkheid toegedicht. Vaak zijn deze adviseurs technisch voldoende onderlegd om de aanvraag te doen, maar schort het soms aan bestuursrechtelijke kennis. Een rechter verwacht dat een adviseur professioneel te werk gaat, en doet hij of zij dat niet, dan is dat echt hun eigen probleem en dat van de aanvrager die de adviseur inhuurde. De rechter ziet dat in ieder geval niet als het probleem van de minister. Met de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten dient te worden gestart binnen zes maanden na de verlening (artikel 4.2.2 lid 1 Regeling). Voorts dient op verzoek van de minister, dus op ieder moment, de subsidieontvanger medewerking te verlenen aan het verspreiden van de resultaten en medewerking te verlenen aan een evaluatie van de effecten van de gesubsidieerde activiteiten (artikel 4.2.2 lid 1 Regeling). Tot slot, van groot belang is dat belangrijke wijzigingen in het project actief worden gemeld bij de minister. Voor sommige wijzigingen is het zelfs verplicht vooraf toestemming vragen van de minister. Doet u dit niet, dan bestaat het risico dat de subsidie op nihil wordt gesteld. Het meldingsvoorschrift is vaak een grote (strategische) valkuil. Het informeren van de minister over wijzigingen in het project (denk aan een wisseling van een deelnemer, het niet-uitvoeren of anders uitvoeren van een onderdeel van het project) kan leiden tot een (soms betwistbare) verlaging van de subsidie. Maar als meldplichtige wijzigingen niet worden gemeld, dan loop je het risico dat de subsidie niet alleen voor het gewijzigde deel wordt verlaagd, maar de gehele subsidie wordt ingetrokken. Het is dus van essentieel belang bij iedere wijziging van een project serieus af te wegen of deze wel of niet gemeld moet worden, en welke risico’s kleven aan het niet melden. Conclusie Het Rijk heeft doelstellingen gesteld voor het realiseren van de volledige circulaire economie in 2050. Zij pakt de handschoen deels op door subsidies te verstrekken voor projecten. Van 6 juli 2021 om 9:00 uur tot en met 14 september 2021 om 17:00 uur opent de subsidieronde voor het thema Circulaire Economie in de TSE Industrie. Om een subsidie te verkrijgen dienen de regels voor de aanvraag en verlening strikt te worden nageleefd. Het risico van niet-naleving is afwijzing of intrekking na verlening. Vergelijk het proces met dat van een overheidsaanbesteding. Laat u zich bijstaan door een subsidieadviseur? Blijf betrokken bij de aanvraag, en laat u bijpraten over wat de adviseur wanneer doet. Neem hierin ook verantwoordelijkheid, en wees scherp op tegenstrijdigheden en mogelijke omissies. Reparatie achteraf is meestal niet mogelijk. Zorg ervoor dat de aanvraag tijdig en compleet wordt ingediend, en maak met uw adviseur ook een checklist die jullie samen doorlopen. Dit is het vijfde artikel over circulariteit in een reeks artikelen van Holla Advocaten. Heeft u vragen over een subsidieaanvraag of over de melding van een wijziging in een project? Neem dan contact op met onze specialist Harald Wiersema of één van onze andere specialisten uit het Transitieteam.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.

Aanmelden nieuwsbrief