Nieuws
Zwijgcontracten zorg
Gepubliceerd op 26 mrt. 2021
Exit zwijgcontracten in de zorg
Op 18 maart jl. is een wetsvoorstel, waarmee wettelijk wordt voorzien in een verbod op zwijgcontracten in de zorg, bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel strekt tot wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (‘Wkkgz’), de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (‘Wmo’) 2015. In deze bijdrage wordt ingegaan op de beoogde wijzigingen.
De afgelopen jaren is regelmatig bericht over het bestaan van zogenoemde “zwijgcontracten” in de (ziekenhuis)zorg. Zie daarvoor bijvoorbeeld de berichten van RTL Nieuws van 26 juli 2019 en van 2 februari 2020. In de Tweede Kamer is hierover ook meermalen gesproken. Volgens Minister van VWS De Jonge (‘de minister’) is van belang dat duidelijk wordt wat ‘zwijgbedingen’ over incidenten in de zorg zijn en dat deze onwenselijk zijn.
Met de term ‘zwijgbeding’ wordt bedoeld een afspraak tussen (zorg)aanbieder en cliënt dat geen informatie over een incident openbaar wordt gemaakt of aan derden wordt verstrekt. Een zwijgbeding is dus de (in een zwijgcontract neergelegde) afspraak dat er geen of geen volledige informatie over een incident naar buiten gebracht wordt. Het gaat daarbij ten eerste om ‘openbaarmaking’. Dat kan op verschillende manieren. Gedacht kan worden aan traditionele media zoals kranten, tijdschriften, radio en televisie. Daarnaast is het mogelijk om via internet een publiek te bereiken, onder andere door gebruik te maken van sociale media. Ten tweede kan informatie over een incident naar buiten gebracht worden door ‘verstrekking aan derden’. Hiermee worden alle anderen bedoeld dan de partijen bij de overeenkomst. Dit zijn zowel mensen in de sociale omgeving, als personen in een meer formele verhouding. Het laatste omvat eveneens degenen die betrokken zijn in (juridische) procedures zoals bij de uitoefening van het klachtrecht, het indienen van een tuchtklacht, het doen van aangifte of het starten van een civiele procedure.
De minister acht zwijgbedingen ongewenst omdat:
- de kwaliteit van zorg, jeugdzorg en ondersteuning in het geding komt. Doordat gezwegen wordt over fouten, kan hiervan niet worden geleerd;
- essentiële waarden in zorg, jeugdzorg en ondersteuning, zoals goed bestuur en openheid en transparantie over kwaliteit, geschonden worden, wat het maatschappelijk vertrouwen in deze domeinen ondermijnt;
- de positie van de cliënt in de zorg, jeugdzorg en ondersteuning onder druk kan komen te staan.
- zorg als bedoeld in de Wkkgz,
- jeugdzorg, dat wil zeggen jeugdhulp, jeugdreclassering en kinderbeschermingsmaatregelen als bedoeld in de Jeugdwet,
- ondersteuning, dat wil zeggen voorzieningen gericht op maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wmo 2015, inclusief
- Veilig Thuis (voorheen: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (‘AMHK’)).
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Geen juridische updates missen? Maak dan een selectie uit de diverse expertises van Holla legal & tax.